Overal in Vlaanderen dreigen lokalen van jeugdbewegingen verkocht of gecommercialiseerd te worden. Veel jeugdbewegingen maken gebruik van verouderd patrimonium dat in het bezit is van parochies en bisdommen. Dit patrimonium staat onder druk omdat deze parochies en bisdommen niet langer de middelen hebben om deze infrastructuur te onderhouden. “Zonder jeugdlokalen, geen jeugdwerk. Een actieplan en meer financiële steun zijn nodig om onze jeugdlokalen een duurzame toekomst te geven. Jeugdverenigingen zijn onmisbaar in een warme samenleving”, stelt Pieter De Cock, cd&v kandidaat voor het Vlaams Parlement, voorzitter van JONGCD&V Antwerpen en jarenlang actief binnen de Chiro.
Veel jeugdbewegingen gebruiken sinds jaar en dag lokalen van parochies. Dit vaak voor een symbolisch of bescheiden bedrag, ze zijn zelf geen eigenaar van de lokalen maar gebruiker. Parochies beschikken steeds minder over voldoende financieel draagvlak waardoor ze zich genoodzaakt zien om hun patrimonium ofwel te verkopen, ofwel anders, duurzamer en toekomstgerichter te beheren. Dit betekent in praktijk vaak dat er een oplossing wordt gezocht in het afsluiten van een erfpacht voor het gebruik van lokalen door jeugdbewegingen.
Een erfpacht kan een goed compromis zijn om lokalen te kunnen blijven gebruiken zonder dat deze effectief verkocht moeten worden. Maar volgens Pieter De Cock is het vraagstuk hoe we zorgen voor goede jeugdlokalen hiermee niet opgelost. “We mogen niet voorbij gaan aan het feit dat dergelijke vastgoedtransacties gewoon niet evident zijn. We kunnen niet van jonge leiders en leidsters verwachten dat ze dit vanzelfsprekend in goede banen kunnen leiden. En ook dat de betaling van een erfpacht niet voor alle groepen haalbaar zijn. Hier is ondersteuning bij nodig” klinkt het bij De Cock. “In het Antwerpse zijn er verschillende jeugdverenigingen van wie de lokalen dreigen verkocht te worden, of die in een erfpachtregeling met een nieuwe eigenaar zijn beland zonder zelf betrokken partij te zijn. Dat is geen goede zaak voor de toekomst van deze jeugdbewegingen. De erfpachtregeling is voor veel groepen het beste alternatief, want de parochiezaal en bijbehorende infrastructuur kunnen evengoed verkocht worden. Projectontwikkelaars hebben vaak geen plannen met een jeugdbeweging op hun site. De enige garantie voor de jeugdbeweging om hun werking verder te zetten, is dan om de lokalen zelf aan te kopen. Voor het merendeel van de jeugdbewegingen is dat een verre droom.
Juridische kennis
Dat dit vraagstuk voor jeugdbewegingen relevant is, toont een recente bevraging van de Landelijke Gilden. Hun cijfers geven aan dat in één op de drie Vlaamse gemeentes parochiezalen dreigen te verdwijnen of gecommercialiseerd te worden. “Dat is problematisch, want het is net aan deze parochiezalen dat vaak het scouts- of chirolokaal vasthangt”, klinkt het bij De Cock. In 2022 werd “Het Lokalenonderzoek” uitgevoerd door de Vlaamse jeugdbewegingen. Daaruit blijkt dat 64 procent van de jeugdwerkgroepen in Vlaanderen over onvoldoende financiële middelen én praktische informatie beschikken om hun lokalen te verbeteren. Maar liefst 1 op 3 groepen heeft onvoldoende kennis om hun plannen uit te voeren.
Die ‘onvoldoende kennis’ slaat dan veelal op het juridische aspect: “Wat is een erfpacht? Welke verantwoordelijkheden horen hierbij?” Voor De Cock is het duidelijk dat er hulp van bovenaf geboden moet worden. “Er moet in eerste instantie een centraal draaiboek komen voor jeugdverenigingen. Wat kunnen/moeten ze doen als hun lokalen verkocht worden of in andere handen dreigen te vallen? Wat betekent juridische terminologie zoals ‘erfpacht’? Welke andere pistes zijn er, want niet elke groep kan een erfpacht afsluiten. Welke plichten zoals de gebouwverantwoordelijkheid komen er bij en wie is dan aansprakelijk? Daarbij komt nog dat de meeste jeugdlokalen vaak verouderd zijn en er een stevige kostprijs bijkomt om te renoveren. Dit valt dan in handen van de jeugdverenigingen, maar zo kapitaalkrachtig zijn zij niet. Hierbij moet de nodige administratieve en financiële hulp gegeven worden.”
Jeugdverenigingen zijn onmisbaar, goed beleid ook
Een dergelijk draaiboek zou door de nationale koepels van de jeugdbewegingen ontwikkeld kunnen worden. Maar ook zij hebben daar niet de knowhow voor in huis. De Vlaamse overheid kan hier wel bij helpen. Zowel via het steunpunt voor jeugdwerk, de Ambrassade, of via de Vlaamse administratie die al een inspiratiegids voor jeugdinfrastructuur hebben opgesteld. “De inspiratiegids is een goede aanzet. Maar verdere ondersteuning blijft nodig. In intensief overleg met de vertegenwoordigers van de jeugdkoepels … wordt de bestaande publicatie “Jeugdlokalen en de Kerk. Contacten en contracten tussen jeugdvereniging en eigenaar” uit 2021 momenteel herschreven. Parallel daaraan loopt met alle betrokken actoren een beleidstraject gemeenschapsinfrastructuur in aanwezigheid van minister van Jeugd, Media en Armoedebestrijding Benjamin Dalle (cd&v). Ook dat is enkel aan te moedigen. Maar verdere ondersteuning blijft nodig. Waarbij de dialoog tussen jeugdbewegingen en -koepels, Vlaamse overheid en gemeentes, parochies en bisdommen versterkt kan worden. Om op maat van elke jeugdbeweging een oplossing te voorzien.”
Als jeugdbewegingen op straat zouden belanden, is dat gewoon schandalig”, besluit De Cock. “Ik vind het dan ook hallucinant dat een recent initiatief over jeugdinfrastructuur in het Vlaams Parlement niet verder geraakte dan een blaadje papier. Het werd binnen de meerderheid in het Vlaams parlement enkel gedragen door cd&v, Open VLD en NVA vonden het thema blijkbaar niet belangrijk genoeg. Nochtans wilden het jeugdveld en minister van Jeugd Benjamin Dalle hier graag mee aan de slag gaan. Het jeugdinfrastructuurverhaal moet aangepakt worden door verantwoordelijke bestuurders. Jeugdverenigingen zijn onmisbaar in een warme samenleving, jeugdbewegingen en leiding zetten zich dag in dag uit in voor duizenden jongeren over heel Vlaanderen. Het is maar logisch dat politici zich even hard inzetten om de problemen van die verenigingen aan te pakken.”
Lees meer op Gazet van Antwerpen en Het Nieuwsblad